Bosch 1644-24 Manuel d'utilisateur Page 193

  • Télécharger
  • Ajouter à mon manuel
  • Imprimer
  • Page
    / 208
  • Table des matières
  • MARQUE LIVRES
  • Noté. / 5. Basé sur avis des utilisateurs
Vue de la page 192
120
ningen niet om den Koning met de snedige woorden: ‘At ego claves ligneas hujus
Freti in portu Amstelodamensi vidi’, van antwoord te dienen.
Dat hij zich zeer voelde, kan ook blijken uit het feit, dat hij te gaarne zelf aan het
woord was, zooals zoowel Abraham de Wicquefort als Burnet en William Temple
vertellen. Hij was een zeer ontwikkeld en schrander man en absoluut onkreukbaar;
d'Estrades noemt hem met de gebroeders de Witt en van Beverningk onomkoopbaar.
Toen Lodewijk XIV hem tijdens zijn verblijf in Frankrijk een vast jaargeld aanbood
als hij zich blijvend in dit land wilde vestigen, weigerde hij.
De laatste jaren van van Beuningens leven verliepen treurig. Reeds lang had hij
huwelijksplannen gekoesterd, die, misschien met het oog op oudere verplichtingen
tegenover zijn huishoudster, mevr. d'Alonne, en tegenover een zekere juffrouw
Ferens, nog steeds niet verwezenlijkt waren. In 1686 kwam dit huwelijk, met jonkvr.
Jacoba Victoria Bartolotti van den Heuvel, die toen 46 jaar was,
toch nog tot stand, maar het schijnt zeer ongelukkig te zijn geweest.
Intusschen had van Beuningen zich opnieuw tot zijn vroegere geestverwanten,
de Collegianten, gewend. Zijn neiging tot bespiegelen werd nu echter meer en meer
van ziekelijken aard. In 1688 gaf hij een geschrift uit over het Duizendjarig rijk,
waarvan hij de komst nabij geloofde, en daarna liet hij zendbrieven drukken aan de
verstokte Joden, die zich niet lieten bekeeren, en aan de predikanten, die het niet
met hem eens waren. De ongelukkige begreep niet, dat men geen acht sloeg op
dergelijke geschriften. Sinds 1689 vertoonden zich ook andere teekenen van
zinsverbijstering. Hij predikte langs de straten en profeteerde het aanstaand vergaan
der wereld. Daarbij meende hij, dat hij steeds rijker werd, ofschoon hij als
bewindhebber der O.I.C. een groot deel van zijn vermogen door het dobbelen met
effecten en het opkoopen van Indische actiën had verloren. Men moest hem ten
slotte onder curateele stellen. Hij werd in zijn eigen huis (zijn vrouw had hem verlaten)
bewaakt door menschen, die geen begrip van zijn toestand hadden en hem kwelden.
Zelf schreef hij over zijn ellende het
Kort verhaal oft vertoogh van bovennatuurlijke
wonderheden omtrent de geweesen Burgemeester van Beuningen gebeurt met de
aenmerkinge daerop vallende
.
Verlaten stierf de man, die tal van hooge posten had vervuld: zes maal was hij
burgemeester van Amsterdam geweest, met vele zendingen belast; curator der
Leidsche hoogeschool; bewindhebber der O.I.C. ‘Esse, non videri’, was zijn
zinspreuk.
Zijn door C. Netscher geschilderd portret is in het museum Christiansborg te
Kopenhagen; een ander van 1673 door denzelfden schilder in de collectie van der
Hoop in 's Rijks museum te Amsterdam. Een portret door J. van Loo van 1868 is
bekend door een gravure van J. Houbraken naar H. Pothoven; een afdruk vindt men
bij Wagenaar,
Vad. Hist.
XV, 204 en in
Eigen Haard
1898, 621; zijn portret werd
nog gegraveerd door C. Meyssens.
Zie: S. Kalff,
Een Amsterdamsch burgemeester in de
17e
eeuw. Eigen Haard.
1897, 605, 620;
Leven van Nederl. M. en Vr.
dl. III, 308; van Kampen,
Vaderl.
Karakt.
dl. II, 235. Het
Alg. Ned. Fam. Bl.
1887, 131 heeft Koenraad van Beuningen
(die kinderloos stierf) verward met Hendrik van Beuningen, een ‘coopman van
Dantsick’; de kinderen van dezen Hendrik en Maria Letoor staan verkeerdelijk als
kinderen van Koenraad vermeld (vgl. bl. 131 met bl. 236).
Schallenberg-van Huffel
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 7
Vue de la page 192
1 2 ... 188 189 190 191 192 193 194 195 196 197 198 ... 207 208

Commentaires sur ces manuels

Pas de commentaire